Een opwarmertje
Het is koud en het regent. Een bus zoeft voorbij en rijdt door een grote plas. In no time ben ik veranderd in een verlept bloemetje. Ik blijf stug doorfietsen. Ludovico Einaudi klinkt door mijn oortjes en kalmeert mijn geest. Ik verlang naar warmte. Een liefdevolle aai over mijn bol, een warme douche of met een kruik in bed aan mijn boek. In een flits aanschouw ik op mijn racefiets de lichtjes en de gezelligheid bij de mensen binnen. Kaarsjes zijn aan, de dekentjes erbij gepakt, de dampende thee op tafel gezet.
Het verlangen wordt gesust wanneer ik na mijn fietstocht aankom bij De Tafelboom in Utrecht. Op een afstandje is de warmte al voelbaar; ik inhaleer de lucht die afkomstig is van het kampvuur. De geur brengt mij terug bij dat wijntje bij de haard na eindeloos in de Ardennen te hebben gewandeld. Het brengt mij terug bij al die keren dat ik een fikkie stookte toen ik met mijn bus rondreed door Australië en Nieuw-Zeeland. Er was altijd wel een reden voor een vuurtje. De geur van een goed kampvuur is voor mij onveranderlijk. Het is opgeslagen in mijn geheugen als iets vertrouwds. Een kampvuur brengt mij terug naar de bron.
Samen rondom het vuur
Toch krijg ik enige twijfels als ik de andere gasten in de verte bij het kampvuur zie zitten. Ze lijken elkaar te kennen. Ze vinden elkaars ogen door te lachen, maar ook door stil te zijn. Ze aanschouwen samen de schoonheid van het vuur én elkaar. Ik voel mij wat gespannen wanneer ik ietwat naïef met zoete spekkies in mijn handen (marshmallows!) en een grote glimlach hun ontmoeting doorbreek. Moet ik nu knikken? Moet ik mij gaan voorstellen? Moet ik een grapje maken? Moet ik.. Het vuur remt mij af en dwingt me om er gewoon bij te gaan zitten. Ik haal mijn neus op, wrijf in mijn handen en doe wat mij stiekem wordt ingefluisterd.
In slechts een fractie van een paar seconden maak ook ik deel uit van die stilte. We kijken met zijn allen naar het vuur. De stilte voelt helemaal niet leeg of angstaanjagend meer. Sterker nog: ik voel mij niet gedwongen haar te moeten opvullen. Ik bedenk mij alleen maar dat ik nu hier wil zijn. Ik wil mij opwarmen aan haar warmte. Mijn gedachten mee laten wapperen met haar vlammen. Ik wil met de anderen een cirkel om haar heen maken en haar oerkracht beschermen.


‘Verdere gedachten gaan letterlijk in rook op. Ik luister aandachtig naar de verhalen die worden verteld.’
Verdere gedachten gaan letterlijk in rook op. Ik luister aandachtig naar de verhalen die worden verteld. Hoe we beter voor onszelf kunnen zorgen. Welke inzichten ons bezig houden. Waar we tegenaanlopen. Wat we meer willen aanbrengen in ons leven. Waar we dankbaar voor zijn. Rode draad door al die verhalen blijft het vuur in ons midden. Het wakkert aan en beschermt ons tegelijkertijd van ieder kwaad. Het verlicht die ene glimlach. Het droogt tranen. Het verwarmt ons hart. Ons hart.
Want in het heetst van de strijd werd ik gedwongen om stil te zijn en aandachtig te luisteren naar andermans verhalen. En zij naar die van mij. Ik besefte mij hoe we toch allemaal tegen dezelfde dingen aanlopen in het leven. En hoe fijn het voelde een plek te kennen waar dat – die onzekerheden, twijfels en wanhoop – er gewoon mag zijn.
Ja. Ik ben eruit. Bij een kampvuursessie van Nature Quest mag je naakt zijn, maar krijg je niet eens de kans om een koutje te vatten. Met dat goddelijke vuurtje in je gezicht, een kruidenthee in je mond en een zacht dekentje op je schoot. Ik heb volgens mij nog drie dagen lang nagegloeid én geroken naar vuur. Heerlijk: I was on fire!
Je kunt geen bericht achter laten.