Eva Hamming deed mee aan een vierdaagse Vision Quest: zonder afleidingen, eten en luxe bracht zij drie nachten en vier dagen in stilte alleen door in het bos. Na afloop schreef ze er een blog over waarin ze vertelt over haar persoonlijke ervaring en over wat de Quest voor haar heeft veranderd.
“De ruis verdwijnt uit mijn hoofd en lost op in de stilte.”
Alleen in de natuur
Ik zit in een grasveld, vol prachtig gele boterbloemen. Om me heen beweegt van alles. Een mooie rode vlinder, een felblauwe libelle. Bijtjes en zweefwespjes vliegen van bloem naar bloem. Spinnetjes scharrelen heen en weer. Geweldig om zo van dichtbij te zien hoe ze zich voortbewegen over de grassprietjes. Een vliegje gebruikt de grassprietjes om op te stijgen. Na een paar keer fladderen stort hij steeds weer neer. Dus probeert hij het opnieuw, keer op keer, vanaf een ander sprietje. Mooie les leer je me vliegje, dank je wel. Het is een wirwar van leven om me heen. Ieder diertje is anders. Ze doen hun ding. Volgen hun natuur. Het ziet er uit alsof het zo hoort. En dat is waarschijnlijk ook zo.
Nature Quest
Wat ik hier doe in dit veld? Een Nature Quest. Vorig jaar zat ik een uur of acht in het bos. Nu breng ik er drie nachten door. Met niets. Nou ja, een tarp, hangmat en slaapzak, wat kleding en water dat ik kan aanlengen met citroensap en ahornsiroop. Maar dat is het dan ook wel zo’n beetje. Geen telefoon, horloge, boek of pen en papier. Geen eten. Niets om me af te leiden van mijn gedachten en gevoelens, van mezelf. Ik ga het bos in met de vraag: wie ben ik als ik niets meer heb?
Hangmat
In de middag begint de voorbereiding. We doen oefeningen, krijgen informatie. ’s Avonds trekken we met onze bepakking het bos in. Plekje zoeken, coördinaten vast laten leggen, dag zeggen en installeren. Wat inhoudt dat ik voor het eerst van mijn leven een tarp ophang. Dat lukt best aardig. Hangmat eronder. Slaapzak uitpakken en vervolgens mijn bedje in. Daar ontdek ik dat ik een hangmat helemaal niet lekker vind liggen. En omdat hangmat en ik niet hebben proefgedraaid, ben ik de eerste uren doodsbenauwd dat we naar beneden vallen. Het is een onrustige nacht. Koud. In de verte onweer. Wat regen. Harde wind. Koud. Onbekende geluiden. Koud. Van slapen komt niet veel. Maar hé, ik lig hier wel. In een hangmat, onder een tarp, in het bos. Hoe stoer is dit?!
“Geen telefoon, horloge, boek of pen en papier. Geen eten. Niets om me af te leiden van mijn gedachten en gevoelens.”
Afzien
Vrijdag is koud en nat. Ik heb zo minimaal mogelijk ingepakt en dat merk ik nu. Geen jas, geen extra deken. Ik zet de boel nog eens goed vast, richt mijn plekje wat in. En zoek dan mijn hangmat maar weer op. Beetje slaap inhalen. Deze dag vind ik best afzien. Vooral de kou valt me zwaar. Ik baal ervan. Ik vecht ermee. “Op deze manier vind ik het niet leuk!!” Uh, was dat de bedoeling dan, het leuk hebben? Nee. De insteek was leren, ontdekken, ervaren, voelen. Hoe ga ik om met de omstandigheden als niets me er meer van afleidt? Als er niet meer is dan dit?
Opwarmen
Er volgt nog een koude nacht. En mijn rug protesteert inmiddels flink. Maar de zon die zaterdagochtend volop schijnt maakt alles goed. Eindelijk! Warmte! En zo beland ik hier in dit veld. Ik zit hier lekker in de zon. Op te warmen. Heel geleidelijk aan trek ik laagjes uit. Mijn dikke trui. Mijn iets dunnere trui. Als ik toekom aan het shirt daaronder (laag 3 van 5) ontdek ik een teek in mijn arm. Oja, deet vergeten vanmorgen. Ik haal de teek eruit en heb een uur lang een grondige hekel aan alle beestjes. Ik vind ze Echt Allemaal Enorm Stom! En dat gaat weer over. Ik zit in hun leefomgeving. Hun aanwezigheid hoort nu bij mijn omstandigheden. Me daar druk over maken heeft net zoveel zin als vechten met de regen.


Zweefwespjes
En de natuur is vooral prachtig. Ik geniet van de dieren om me heen. Van het muisje dat een hele tijd in de buurt rondscharrelt. Van het molletje dat vlak naast me de grond van onderaf in beweging brengt. Van de zweefwespjes die mijn blauwe trui nogal aantrekkelijk lijken te vinden. Ze komen steeds voor me zweven, zodat ik ze eens kan bestuderen. De vleugeltjes, zichtbaar als een waas, de grote ogen, de pootjes die af en toe tegen elkaar wrijven. Fascinerende diertjes blijken het te zijn. Voor het eerst neem ik echt de tijd om ze rustig te bekijken.
Ruis
Terwijl ik hier zo zit, met bijna niets, worden mijn patronen uitvergroot. De manieren waarop ik mezelf afleid. Of de autoriteit buiten mezelf leg. Of controle probeer te houden. Of mezelf afrem. Ik neem mezelf waar en dat brengt inzicht. De leegte en rust werken verhelderend. De ruis verdwijnt uit mijn hoofd, lost op in de stilte.
Blokkades
Ik ging dit bos in met de intentie een blokkade achter te laten. De blokkade tussen mij en mijn dromen. Ik kom er nu achter dat het idee van een blokkade, meteen ook de blokkade is. Het is een saboterende gedachte. Want als er een blokkade voor mijn dromen staat, dan hoef ik er niet mee aan de slag. Lekker veilig. En ik blijk meer saboterende gedachten te hebben. Zoals het idee dat ik sommige gewoontes eerst moet afleren voor ik verder kan gaan. Als ik maar geloof dat dingen me afremmen, dan zullen ze dat ook doen. Er zijn geen blokkades, er is niets dat mij afremt. Dat zijn enkel gedachten. En die hoef ik niet te geloven. Ik laat ze dus achter in dit bos.
“Dag saboterende gedachten. Hallo dromen.”
Vasten
Zondag aan het einde van de ochtend worden we weer uit het bos gehaald. Ik pak de boel weer in en zeg mijn plekje, mijn tijdelijke thuis gedag. Voor het eerst tijdens deze Quest voel ik me wat slap. Terug in het basiskamp krijgen we een bakje fruit. Wat smaakt dat belachelijk goed! Ik heb geen moeite gehad met het vasten. Ik heb zelfs nauwelijks honger gehad. Als er geen eten is, blijk ik er ook niet aan te denken. En deze goede les neem ik mee naar huis. Ik ga eten omdat mijn lichaam aangeeft het nodig te hebben. Niet omdat mijn hoofd zegt dat ik er zin in heb. Voeden in plaats van vullen.
Vlinder
Na een gezamenlijke afsluiting ga ik weer naar huis. Mijn man haalt me op, fijn. Tijdens het uitpakken thuis ontdek ik dat ik een rupsje heb meegenomen uit het bos. Waarop Erik zegt: “Die kan hier dan mooi een vlinder gaan worden”. Wat een mooie symboliek! Ik vertel hem over hoe het was, hoe ik het heb ervaren. En ik merk dat er nog een laagje onder zit. Een laagje waar ik nog niet bij kan. De gedachten, inzichten vormen nog een wazige brij. Dat zal even tijd nodig hebben om te landen. Morgen maar eens gaan zitten met pen en papier. Dat brengt vast verheldering.
Je kunt geen bericht achter laten.